Wonen vraagt om meer dan woningen
Afgelopen week spraken we met minister Mona Keijzer over de woningbouwopgave – en in het bijzonder over Almere Pampus. Een gebied met ruimte voor maximaal 35.000 woningen, voor de minister cruciaal in het aanpakken van de nationale woningnood. Het was een goed gesprek, open en constructief. We delen het doel: onze inwoners hebben woningen nodig, en Almere wil bouwen. Maar het is ook duidelijk dat de belangen verschillend zijn – en dat moet serieus worden genomen. Want waar de minister voor Nederland wil bouwen, bouwen we in Almere voor Almeerders.
Voor het Rijk telt het aantal woningen. Voor ons telt wat dat betekent voor de stad en haar inwoners. Want bouwen zónder gelijktijdige investeringen in voorzieningen, infrastructuur en bereikbaarheid is onverantwoord. Almere is geen stad die langzaam meegroeit. We zijn een jonge stad, en net als andere new towns groeien we snel – sneller dan de meeste gemeenten in Nederland. Die snelle groei brengt typische ‘kinderziektes’ met zich mee: druk op de zorg, achterblijvende veiligheid, te weinig scholen, culturele voorzieningen en recreatie. Almere is voorzieningenarm gebouwd, en die achterstand voelen we vandaag nog steeds.
Daarom willen we dit keer anders beginnen. We moeten organisch groeien – in balans, met de stad, niet er los van. En we willen Almeers beginnen: bouwen zoals we dat hier kennen. Almeerse huizen met tuinen, in prettige buurten, met ruimte om te leven en met flexibiliteit voor latere inbreiding. Liever niet te snel met grootschalige, anonieme massa, maar een leefbare stad die we kennen en met elkaar kunnen dragen.
Want we kunnen het ons niet veroorloven om opnieuw alleen stenen te stapelen. Zonder een goede ontsluiting van Almere Pampus, zonder betere verbindingen met Amsterdam, zonder investeringen in maatschappelijke voorzieningen, bouwen we een stad die niet leefbaar is. Een huis is een plek om te wonen. Maar pas met voorzieningen wordt de stad een veilig thuis.
De minister nam de moeite om met ons in gesprek te gaan. Dat waarderen we. Tegelijkertijd moet het Rijk erkennen dat een stad als Almere, die landelijke woningbouwambities mede mogelijk maakt, daarvoor ook goed gecompenseerd moet worden. De huidige financieringsstructuren – waarbij geld vaak pas ná de groei komt – werken hier niet. Wie in Almere wil bouwen, moet ook investeren in wat het wonen mogelijk maakt.
Wij zijn bereid om onze verantwoordelijkheid te nemen. Maar alleen samen met het Rijk kunnen we zorgen dat we bouwen aan een leefbare toekomst. Zonder die investeringen is bouwen niet moedig, maar roekeloos.